Sipke hat in ‘ien’ fûn,
ien aai yn in nêst,
in gat yn it gers bedekt
mei strie en stieltsjes.
De kleine spitsmuis Sipke is een echte fjildman, net als zijn opa. Samen trekken ze in het voorjaar eropuit, op zoek naar kievitseieren.
Ze banjeren door de Friese velden en springen slootje, en dan vinden ze het: het eerste kievitsei! Nu is het officieel lente.
Sipke zorgt ervoor dat er niets gebeurt met het nestje, want zoals opa zegt: ‘Wie oog en hart heeft voor natuur, die is schathemelrijk!’